Mooie woorden gedichten
Mooie woorden gedichten
Het kleine gedicht...
Jaren geleden was één van de hoofdactiviteiten van de toenmalige Oudervereniging voor de Moraal Antwerpen het organiseren van een voordrachtwedstrijd voorleerlingen zedenleer van klas 1 tot 6 in de basisschool. Deze voordrachtwedstrijd ‘Willy Calewaert’ had tot doelkinderen aan te moedigen creatief om te gaan met taal.
Hoofdpromotors van deze wedstrijd waren onder andere Willy Calewaert, minister van Nationale Opvoeding in de jaren ’70 en ’80, en Frank Zys, een steunpilaar van OVM en het Stedelijk Onderwijs Antwerpen.
Spijtig genoeg deemsterde dit initiatief om allerlei redenenweg, maar dankzij de inzet van een groepje leerkrachten NCZ (actueel: VLAM) werd in2011 een vernieuwde uitgave van deze voordrachtwedstrijd in het leven roepen, onder de naam ‘Het Kleine Gedicht’.
Het richt zich op klasgroep3 en 4, maar het concept is zeker ook bruikbaar voorandere doelgroepen. Waar staat ‘Het Kleine Gedicht’ voor? Kinderen enthousiast maken voor poëzie. Poëzie is voortdurend in beweging. Aan de hand van poëziekunnen kinderen hun gevoelens uitdrukken en een mening leren vormen. Ze geven uitdrukking aan wat ze voelen/denken bij dingen die ze hebben ervaren of waarvan ze dromen. Met andere woorden: het verwoorden van ervaringen in de eigen belevingswereld.
Bijzonder taalgebruik in gedichten wakkert de taalgevoeligheid aan.
Meekijkend door de ogen van een dichter ontdekken kinderen dat niet één mens de wereld om hem heen op dezelfde manier bekijkt.
‘Het Kleine Gedicht’ is dus geen voordracht van een bestaand gedicht maar een eigen creatie in de vorm vaneen poster. Het illustreren van het eigen gedicht draagt bij tot een grote voldoening voor de makers. Het brengt kinderen het besef bij van eigen creatief vermogen. Welk thema?
Elk thema dat in het leerplan niet-confessionele zedenleer(NCZ) staat, kan aan bod komen en de kans bieden tot reflectie en verwerking. Het moreel leren denken rond een thema dat komt uit het leerplan NCZ, geeft kinderen de kans om hier vrij rond te brainstormen en te verwerken in de poëzieposter.
De ervaring door de jaren heen leert dat de gebruikte werkvorm blijft hangen bij de kinderen. Maar ook bij ouders en grootouders wordt buiten de lessengepraat over de gekozen thema’s. Deze interactie stimuleert tevens het bewustzijn bij de verschillendegeneraties van wat er in de wereld rondom hen gebeurt en zet kinderen aan tot denkprocessen en vaak tot handelen.
Een vakjury beoordeelt ieder jaar de inzendingen, waarna een prijsuitreiking volgt.
Het resultaat van de editie 2019 en 2020 (Gedichtenkalender met lestips) kan je kan je hier vinden.